Bekkenbodem (klachten)

Je bekkenbodem heeft een flinke klap gehad door de zwangerschap en de bevalling en het is dus goed om je hier weer even op te gaan focussen. Hoe werkt je bekkenbodem? Welke klachten kun je hiervan krijgen? Wanneer schakel je een bekkenfysiotherapeute in? Hieronder geven wij je antwoord op deze vragen.

Waar zit je bekkenbodem?

Je bekkenbodem is een verzamelnaam voor het bindweefsel en de spieren die aan de onderzijde van je bekken liggen. Deze spieren zorgen er samen voor dat je organen onderin je lichaam op zijn plek blijven. Het vormt een soort hangmat. Tevens zorgt je bekkenbodem er voor dat je bekken aan de onderkant wordt afgesloten.

De spieren in je bekkenbodem bevinden zich in verschillende samenwerkende spierlagen. Over een deel van deze bekkenbodem heb je geen controle, maar een ander deel kun je wel bewust aanspannen of ontspannen. Dit doe je bijvoorbeeld als je gaat plassen.

Door de bekkenbodem van de vrouw lopen er 3 buizen: de plasbuis, het rectum en de vagina. De plasbuis en het rectum hebben daarbij nog extra spieren die er voor zorgen dat deze worden afgesloten van water en lucht. Een groot deel hiervan wordt gecontroleerd door je hersenen.

Functie van de bekkenbodem

Wanneer je bekkenbodem werkt naar behoren:

  • Zakken de overige organen niet uit.
  • Kun je urine en ontlasting ophouden, ongeacht je bezigheden (hoesten, sporten, wandelen).
  • Kun je windjes ophouden.
  • Kun je gemeenschap hebben zonder pijn.
  • Kun je je ontlasting normaal en volledig kwijt.
  • Kun je je blaas goed leeg plassen.

Wanneer je bekkenbodem niet werkt zoals de bedoeling is, kan dit drie verschillende oorzaken hebben:

  • Je bekkenbodem is te sterk.
  • Je bekkenbodem is te zwak.
  • Je bekkenbodem coördinatie werkt niet optimaal (de spieren weten niet goed wanneer te reageren).

Na de bevalling

Je bekkenbodem heeft het tijdens de zwangerschap zwaar te verduren gehad. Er staat flinke druk op en het steunweefsel verslapt onder invloed van de hormonen. Hierdoor kunnen andere spieren gaan compenseren, waardoor je bijvoorbeeld last krijgt van je onderrug.

Tijdens je bevalling en voornamelijk tijdens het persen komt er tevens grote druk te staan op je bekkenbodem. Dit samen zorgt er voor dat je bekkenbodem verzwakt is en zal moeten herstellen. Direct na de bevalling heb je ook vaak een ander gevoel in je bekkenbodem. Hierdoor is het lastiger om urine/windjes op te houden. 

Klachten na de bevalling

Na de bevalling zien we de volgende klachten het meest voorkomen:

  • Urineverlies, voornamelijk bij hoesten, niezen, tillen, springen.
  • Moeite met ophouden van ontlasting.
  • Niet tegen kunnen houden van windjes.
  • Een zwaar gevoel in je onderbuik en/of op je bekkenbodem.
  • Pijn, bijvoorbeeld bij gemeenschap of bij fietsen

Door middel van rust en oefeningen herstelt je bekkenbodem meestal in 6 weken. Mocht dit niet het geval zijn is het verstandig om contact op te nemen met een bekkenfysiotherapeute.

Risicofactoren

Iedereen heeft kans op klachten van de bekkenbodem na de bevalling, maar sommige factoren zorgen voor een grotere kans:

  • Vaginale bevalling.
  • Langer dan een uur geperst.
  • Een vacuüm- of tangverlossing.
  • Je kindje groter was dan 4 kilo.
  • Je bent al eerder bevallen.
  • Inscheuren of ingeknipt worden.
  • Verhoogd BMI.

Herstel

Hoe kun je er zelf voor zorgen dat je bekkenbodem herstelt?

Preventie

Zorg voor een sterke bekkenbodem al voor en tijdens de zwangerschap!

Rust

Om je bekkenbodem goed te laten herstellen na de bevalling is het goed om rustig aan te doen. Luister goed naar je lichaam, til niet te zwaar, wissel activiteit af met rust en ga regelmatig liggen om de druk op je bekkenbodem te verkleinen.

Bekkenbodemoefeningen

Op de dag van de bevalling laat je je bekkenbodem verder met rust. Vanaf de 2e dag mag je voorzichtig je bekkenbodem proberen te bewegen. Voel voorzichtig weer even naar het gevoel in je bekkenbodem. Wanneer dit goed gaat kun je gaan beginnen met een lichte oefening. Zo kun je bijvoorbeeld doen alsof je je plas ophoudt, dit enkele seconde vasthouden en daarna je bekkenbodem weer volledig ontspannen. Dit doe je zo’n 5-10 keer achter elkaar. Doet dit niet tijdens het plassen zelf!

Na de kraamweek mag je de oefeningen weer verder op gaan bouwen, maar luister hierbij naar je lichaam. Bijvoorbeeld: langer vasthouden.

Prikkel de reflex

Wanneer je hoest, niest, tilt: span je bekkenbodem aan. Laat hem nadien weer volledig ontspannen. Wanneer je dit consequent toepast, gaat dit vrij snel weer vanzelf. Blijf hierbij goed doorademen.

Bekkenbodemfysiotherapie

Verlies je veel urine? Merk je geen verschil na 6 weken? Heb je het idee dat je last hebt van een verzakking? Trek aan de bel bij een bekkenbodemfysiotherapie. Wacht hier niet te lang mee!

Wij werken met deze therapeuten prettig samen.

Translate »

Pin It on Pinterest